Ontwikkelingen op Wmo-budgetten
Eerder is de gemeenteraad geïnformeerd over de effecten van de invoering van het lage abonnementstarief Wmo, 'eigen bijdrage van € 19 per huishouden ongeacht inkomen en vermogen', op de Wmo-budgetten.
Het Rijk is vooralsnog niet van plan gemeenten hiervoor te compenseren. Het college heeft besloten om voorlopig geen beheersmaatregelen te treffen die de wettelijke kaders overschrijden en de resultaten van de initiatieven van andere, grotere, gemeenten af te wachten. Gebleken is dat gemeenten die wel van de wettelijke kaders zijn afgeweken door het Rijk zijn berispt. Wel wordt een aantal maatregelen getroffen die binnen de wettelijke kaders passen. Het meewegen van de mogelijkheden van de financiële zelfredzaamheid bij het gesprek over zelfredzaamheid is daar een voorbeeld van. Naar aanleiding van een motie van de raad is in september een brandbrief gestuurd aan het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport over de structurele tekorten op de Wmo-budgetten en het uitblijven van compensatie.
In het vierde kwartaal 2021 wordt beoordeeld of het uitbreiden van de algemene voorziening of het wijzigen van het normenkader 'Hulp bij huishouden' besparingen kunnen opleveren. Ook worden de mogelijkheden van een algemene voorziening voor vervoer met vrijwilligers onderzocht.
De zichtbare hogere instroom in het eerste kwartaal van 2021 lijkt zich vanaf het tweede kwartaal te stabiliseren. Verwacht wordt dat de in de eerste bestuursrapportage bijgestelde budgetten voor Wmo-begeleiding, Hulp bij het huishouden en Hulpmiddelen, voldoende zijn om de Wmo-uitgaven te dekken.